Definitie en omschrijving
De Regiomonitor Groot Amsterdam bevat informatie over de volgende thema’s
Standaard thema's en kenmerken
-
- kenmerken in thema leeftijd (LFT):
De inwoners zijn in vijf leeftijdscategorieën ingedeeld.
-
- % 0-11 jarigen tov de inwoners per 1 januari (0011)
-
- % 12-17 jarigen tov de inwoners per 1 januari (1217)
-
- % 18-24 jarigen tov de inwoners per 1 januari (1824)
-
- % 25-54 jarigen tov de inwoners per 1 januari (2554)
-
- % 55 jaar en ouder tov de inwoners per 1 januari (55EO) ↑
-
- kenmerken in thema leeftijd doelgroepen (LFX):
Dit thema geeft vijf extra leeftijdsdoelgroepen voor de inwoners.
-
- % 0-3 jarigen tov de inwoners per 1 januari (0003)
-
- % 4-11 jarigen tov de inwoners per 1 januari (0411)
-
- % 55-64 jarigen tov de inwoners per 1 januari (5564)
-
- % 65-74 jarigen tov de inwoners per 1 januari (6574)
-
- % 75 jarigen en ouder tov de inwoners per 1 januari (75EO) ↑
-
- kenmerken in thema herkomstgroepering (ETN):
Herkomst betreft allochtonen: personen waarvan minstens één ouder in het buitenland is geboren. Personen waarvan beide ouders in Nederland zijn geboren, ongeacht het geboorteland van de persoon zelf, worden tot de autochtonen gerekend. De herkomstgroepering wordt voor de eerste generatie allochtonen bepaald aan de hand van de persoon zelf. Voor de tweede generatie aan de hand van de moeder, tenzij die in Nederland is geboren. In dat geval is gerubriceerd aan de hand van het geboorteland van de vader. Er worden in dit thema zeven herkomstgroepen onderscheiden.
-
- % surinamers tov de inwoners per 1 januari (SUR)
-
- % antillianen tov de inwoners per 1 januari (ANT)
-
- % turken tov de inwoners per 1 januari (TUR)
-
- % marokkanen tov de inwoners per 1 januari (MAR)
-
- % overige niet-westerse allochtonen tov de inwoners per 1 januari NWS)
-
- % westerse allochtonen tov de inwoners per 1 januari (WES)
-
- % autochtone nederlanders tov de inwoners per 1 januari (NL) ↑
-
- kenmerken in thema allochtoniteit (ETNG):
Voor de definitie van allochtoniteit zie thema herkomstgroepering. Bij thema allochtoniteit zijn de niet-westerse allochtone herkomstgroeperingen samengenomen.
-
- % niet-westerse allochtonen tov de inwoners per 1 janari (NWA)
-
- % westerse allochtonen tov de inwoners per 1 januari (WEA)
-
- % autochtone nederlanders tov de inwoners per 1 januari (NL) ↑
-
- kenmerken in thema huishoudenstype (HH):
Op basis van de combinatie van gezinnen en alleenstaanden die per (bewoond) adres worden aangetroffen is een huishoudenstype (bewoningstype) bepaald. De samenstelling van huishoudens is ingedeeld in vijf categorieën.
-
- % (echt)paren zonder kinderen (al dan niet gehuwd) tov de huishoudens per 1 januari (PAA)
-
- % (echt)paren met kinderen (al dan niet gehuwd) tov de huishoudens op 1 januari (GEZ)
-
- % eenoudergezinnen tov de huishoudens op 1 januari (EOG)
-
- % 1 persoonshuishoudens tov de huishoudens op 1 januari (AAS)
-
- % overige huishoudenscombinaties tov de huishoudens op 1 januari (OVG) ↑
-
- kenmerken in thema werkloosheid (NWW):
Het betreft niet-werkende werkzoekenden. Hiertoe worden alle bij de Centra voor Werk en Inkomen (voorheen arbeidsbureau) ingeschreven werkzoekenden van 15 t/m 64 jaar gerekend die geen werk hebben en één uur of meer per week willen werken.
-
- % van de 15-29 jarige inwoners dat NWW uitkering ontvangt op 1 januari (1529)
-
- % van de 30-64 jarige inwoners dat NWW uitkering ontvangt op 1 januari (3064)
-
- % van de 15-64 jarige inwoners dat minder dan 2 jaar NWW uitkering ontvangt op 1 januari (LT2)
-
- % van de 15-64 jarige inwoners dat meer dan 2 jaar NWW uitkering ontvangt op 1 januari (GE2)
-
- % van de 15-64 jarige inwoners dat NWW uitkering ontvangt op 1 januari (1564) ↑
-
- kenmerken in thema woningeigendom (WONT):
De eigenaar van de woning: corporatie, particuliere huur of eigendom. De categorie ‘overige’ die wel een rol heeft gespeeld bij de aanmaak van de kaartbeelden is weggelaten vanwege de geringe betekenis.
-
- % koopwoningen tov de woningen per 1 januari (EIG)
-
- % corporatiewoningen tov de woningen per 1 januari (CORP)
-
- % particuliere huurwoningen tov de woningen per 1 januari (PAHU) ↑
-
- kenmerken in thema bouwperiode (WBP):
De bouwperiode is vastgesteld op basis van de opvoerdatum van het woonobject.
-
- % woningen dat in of voor 1919 is gebouwd tov de woningen per 1 januari (LE19)
-
- % woningen gebouwd tussen 1920 en 1944 tov de woningen per 1 januari (2044)
-
- % woningen gebouwd tussen 1945 en 1959 tov de woningen per 1 januari (4559)
-
- % woningen gebouwd tussen 1960 en 1974 tov de woningen per 1 januari (6074)
-
- % woningen gebouwd tussen 1975 en 1989 tov de woningen per 1 januari (7589)
-
- % woningen gebouwd in 1990 of later tov de woningen per 1 januari (GE90) ↑
-
- kenmerken in thema wet werk en bijstand (ABW):
Het betreft uitkeringen aan cliënten in het kader van de algemene bijstandswet (ABW), die sinds 1 januari 2005 wordt uitgevoerd door de Dienst Werk en Inkomen. Voor de tellingen wordt geen onderscheid gemaakt tussen cliënten die zich beschikbaar dienen te stellen voor de arbeidsmarkt en zij die dat niet hoeven. Evenmin wordt onderscheid gemaakt tussen uitkeringen bestemd voor levensonderhoud en periodieke bijzondere kosten.
-
- % personen van 15-39 jaar dat bijstand ontvangt tov de inwoners van 15-39 jaar per 1 januari (1539)
-
- % personen van 40-64 jaar dat bijstand ontvangt tov de inwoners van 40-64 jaar per 1 januari (4064)
-
- % personen van 15-64 jaar dat minder dan 3 jaar bijstand ontvangt tov de inwoners van 15-64 jaar per 1 januari (LT3)
-
- % personen van 15-64 jaar dat 3 of meer jaren bijstand ontvangt tov de inwoners van 15-64 jaar per 1 januari (GE3)
-
- % personenvan 15-64 jaar dat bijstand ontvangt tov de inwoners van 15-64 jaar per 1 januari (1564) ↑
-
- kenmerken in thema waardering onroerende zaken (WOZ):
WOZ verwijst naar de waardering onroerende zaken. De totalen zijn soms meer dan de som van de groepen. Dit wordt veroorzaakt door het weglaten van de groep ‘overig’wanneer deze van geringe betekenis is. Bij het aanmaken van de kaartbeelden heeft de groep ‘overig’ wel een rol gespeeld.
-
- % woningen met lage woz-waarde tov de woningen per 1 januari (LAAG)
-
- % woningen met middellage woz-waarde tov de woningen per 1 januari (MIDLAAG)
-
- % woningen met middelhoge woz-waarde tov de woningen per 1 januari (MIDHOOG)
-
-
- % woningen met hoge woz-waarde tov de woningen per 1 januari (HOOG)
-
- % woningen met subhoge (lage gedeelte van hoge) woz-waarde tov de woningen per 1 januari (HOOGSUB)
WOZ grenzen 2004
laag: <€85.000; middellaag: 85.000-€149.999; middelhoog: €150.000-€234.999; hoog: ≥€235.000
WOZ grenzen 2005 t/m 2012
laag: <€130.000; middellaag: 130.000-€224.999; middelhoog: €225.000-€349.999; hoog: ≥€350.000
WOZ grenzen 2013
laag: <€124.000; middellaag: 124.000-€214.999; middelhoog: €215.000-€333.999; hoog: ≥€334.000
WOZ grenzen 2014
laag: <€117.000; middellaag: 117.000-€202.999; middelhoog: €203.000-€315.000; hoog: ≥€315.000
WOZ grenzen 2015
laag: <€116.000; middellaag: 116.000-€200.999; middelhoog: €201.000-€312.000; hoog: ≥€312.000
WOZ grenzen 2016
laag: <€121.339; middellaag: 121.340-€210.009; middelhoog: €210.010-€326.681; hoog: ≥€326.682
WOZ grenzen 2017
laag: <€132.988; middellaag: 132.988-€230.170; middelhoog: €230.171-€358.043; hoog: ≥€358.044; subhoog: 358.044-€695.625; superhoog: ≥€695.626
WOZ grenzen 2018
laag: <€149.296; middellaag: 149.296-€258.396; middelhoog: €258.397-€401.949; hoog: ≥€401.950; subhoog: 401.950-€780.929; superhoog: ≥€780.930
WOZ grenzen 2019
laag: <= 167.879; middellaag: 167.880 -€290.561; middelhoog: €290.562 -€451.983; hoog: ≥€451.984; subhoog: 451.984-€878.139; superhoog: ≥€878.140
WOZ grenzen 2020
laag: <= 186.958; middellaag: 186.958-€323.581; middelhoog: €323.582 -€503.349; hoog: ≥€503.350; subhoog: 503.350-€977.934; superhoog: ≥€977.935
↑
Overige thema's en kenmerken
-
- kenmerken in thema werkgelegenheid (BDR):
De brondata komen uit LISA bestanden (alle bedrijfsvestigingen waar betaald werk wordt verricht). Geteld zijn de fulltime werkzame personen (gemiddeld 12 uur per week of meer werkzaam).
De indeling volgt de sbi codes van sbi93_2004 van het cbs. Er zijn kenmerken op twee niveaus.
Het eerste niveau bevat de vier economische sectoren:
primaire sector (levering van grondstoffen en voedsel)
secundaire sector (industrie)
tertiaire sector (commerciële dienstverlening)
kwartaire sector (niet-commerciële dienstverlening).
Het tweede niveau bevat verdere uitsplitsingen van de primaire, tertiaire en kwartaire sector. De secundaire sector (industrie) is niet verder uitgesplitst.
-
-
- % werkzame personen in de primaire sector tov alle werkzame personen (PRIM)
(sbi codes 01;02;05;10;11;14; NIET:01411)
-
-
- % werkzame personen in de secundaire sector tov alle werkzame personen (SECU)
(sbi codes 15 t/m 36; NIET:221,3220,361102,36122,3614)
-
-
- % werkzame personen in de tertiaire sector tov alle werkzame personen (TERT)
(voor sbi codes zie onder 2e niveau bij elkaar opgeteld)
-
-
- % werkzame personen in de kwartaire sector tov alle werkzame personen (KWAR)
(voor sbi codes zie onder 2e niveau bij elkaar opgeteld)
-
-
- % werkzame personen in landbouw, bosbouw en visserij tov werkzame personen in primaire sector (_A_)
(sbi codes 01;02;05; NIET: 01411)
-
-
- % werkzame personen in winning van delfstoffen tov werkzame personen in primaire sector (_B_)
(sbi codes 10;11;14)
-
-
- % werkzame personen in overheid tov werkzame personen in kwartaire sector (_O_)
(sbi codes 75; NIET: 75301)
-
-
- % werkzame personen in onderwijs tov werkzame personen in kwartaire sector (_P_)
(sbi codes 80 + 85344 + 92341,92342,92643,92652)
-
-
- % werkzame personen in gezondheids- en welzijnszorg tov werkzame personen in kwartaire sector (_Q_)
(sbi codes 85; NIET: 85344,8520)
-
-
- % werkzame personen inextraterritoriale lichamen tov werkzame personen in kwartaire sector (_U_)
(sbi codes 95;99)
2e niveau:
-
-
-
- % werkzame personen in energiebedrijven tov werkzame personen in tertiaire sector (_D_)
(sbi code 40)
-
- % werkzame personen in waterwinning en afvalverwerking tov werkzame personen in tertiaire sector (_E_)
(sbi codes 2330,3710,3720,4100,9001,9002,9003)
-
- % werkzame personen in bouwnijverheid tov werkzame personen in tertiaire sector (_F_)
(sbi codes 45,7011)
-
- % werkzame personen in handel tov werkzame personen in tertiaire sector (_G_)
(sbi codes 50;51;52; NIET: 527)
-
- % werkzame perosnen in transport en logistiek tov werkzame personen in tertiaire sector (_H_)
(sbi codes 60 t/m 64; NIET: 642,633)
-
- % werkzame personen in horeca tov werkzame personen in tertiaire sector (_I_)
(sbi code 55)
-
- % werkzame personen in informatie en communicatie tov werkzame personen in tertiaire sector (_J_)
(sbi codes 221,642,721,722,723,724,726,921,922,924 + 748762)
-
- % werkzame personen in financiële instellingen tov werkzame personen in tertiaire sector (_K_)
(sbi codes 65 t/m 67 + 75301)
-
- % werkzame personen in handel, verhuur onroerend goed tov werkzame personen in tertiaire sector (_L_)
(sbi codes 70; NIET: 7011)
-
- % werkzame personen in advisering en onderzoek tov werkzame personen in tertiaire sector (_M_)
(sbi codes 73,741,742,743,744,7481,7485,74875,74876,8520; NIET: 748762)
-
- % werkzame personen in overige zakelijke dienstverlening tov werkzame personen in tertiaire sector (_N_)
(sbi codes 01411,633,71,745,746,747,748; NIET: 7481,7485,74875,74876)
-
- % werkzame personen in cultuur, sport en recreatie tov werkzame personen in tertiaire sector (_R_)
(sbi codes 92,9304; NIET: 921,922,924,92341,92342,92643,92652)
-
- % werkzame personen in overige dienstverlening tov werkzame personen in tertiaire sector (_S_)
(sbi codes 3220,361102,36122,3614,527,725,91,93; NIET: 9304) ↑
Overige thema's en kenmerken voor de gemeente Amsterdam
-
- kenmerken in thema kinderen 0-5 jaar:
Het betreft kinderen van 0 t/m 5 jaar.
-
Tellingen zijn verricht voor:
-
– het aantal kinderen in deze leeftijdsgroep dat wel of niet tot de groep niet-westerse allochtonen behoort,
-
– het aantal kinderen in deze leeftijdsgroep dat wel of niet tot eenoudergezinnen behoort, en
-
– het aantal kinderen in deze leeftijdsgroep dat wel of niet tot eenoudergezinnen van niet-westerse allochtonen behoort.
-
Niet-westerse allochtonen zijn hier te verstaan als kinderen met herkomst Surinaams, Antilliaans, Marokkaans, Turks of overig niet-westers.
- % niet-west. allocht. kinderen in bevolking 0-5 jaar
-
- % kinderen in eenoudergezinnen in bevolking 0-5 jaar
-
- % kinderen in niet-west. eenoudergezinnen in bevolking 0-5 jaar ↑
-
- kenmerken in thema peuters 0-3 jaar:
De 0-5 jarigen zijn in drie herkomstcategorieën ingedeeld:
-
- % niet-west. allocht. in bevolking 0-3 jaar
-
- % westers allocht. in bevolking 0-3 jaar
-
- % Nederlands in bevolking 0-3 jaar ↑
-
- kenmerken in thema stadspas:
De stadspas is er voor mensen met een bijstandsuitkering, cliënten van bureau kwijtschelding (GBA), cliënten van bedrijfsverenigingen die een toeslag krijgen en 65-plussers. Voor de eerste drie categorieën geldt:
heeft het gezinshoofd recht op de pas, dan komen ook de partners en kinderen van 3 tot 18 jaar in aanmerking. De stadspas moet jaarlijks worden aangevraagd. Pashouders krijgen korting bij circa 350 instellingen en bedrijven.
De stadspashouders ontvangen stadspascheques voor extra aanbiedingen waarmee in het Amsterdamse Stadsblad geadverteerd wordt.
-
- % stadspashouders in de bevolking
-
- % stadspascheques in de bevolking ↑
-
- kenmerken in thema schoolverzuim:
In het Leerlingen Administratie Systeem (LAS) wordt van alle leerlingen op Amsterdamse scholen het schoolverzuim geregistreerd. Een leerling pleegt volgens de wet relatief verzuim als hij op een school zit en zonder geldige reden drie aaneensluitende dagen wegblijft of 1/8e deel van de lessen in vier opeenvolgende weken mist. Dit telt dan als één verzuimactiviteit. Blijft hij een paar maanden later nog eens een paar dagen weg, dan had hij dat schooljaar 2 verzuimactiviteiten. Scholen zijn verplicht dit verzuim te melden bij het LAS. Die meldingsplicht geldt niet voor verzuim dat geringer is dan die drie dagen of 1/8e deel van de lestijd. Spijbelen van enkele uren is dus niet opgenomen in deze gegevens.
-
- % relatief verzuim in de bevolking van 5-17 jaar ↑
-
- kenmerken in thema jeugdzorg:
Het betreft cliënten van de bureau´s Jeugdzorg. Daar worden kinderen t/m 23 jaar aangemeld voor begeleiding.
-
- % clienten jeugdzorg 0-23 jaar in bevolking van 0-23 jaar ↑
-
- kenmerken in thema woonruimte:
Er worden 4 categorieën woonruimte onderscheiden:
-Neutrale wonen: als de woning of het huishouden één kamer meer heeft dan er personen wonen
-Krap wonen: als de woning of het huishouden evenveel of minder kamers telt dan er personen wonen
-Ruim wonen (categorie 1): als de woning of het huishouden twee kamers meer heeft dan er personen wonen
-Ruim wonen (categorie 2): als de woning of het huishouden drie of meer kamers heeft dan er personen wonen.
-
- % woonruimte krap tov huishoudens
-
- % woonruimte neutraal tov huishoudens
-
- % woonruimte ruim (cat. 1) tov huishoudens
-
- % woonruimte ruim (cat. 2) tov huishoudens ↑
-
- kenmerken in thema woonduur:
Gemeten is de woonduur (in jaren) van de hoofdbewoner van het huishouden op hetzelfde adres per 1 januari.
-
- % woonduur <3 jaar tov huishoudens
-
- % woonduur 3-6 jaar tov huishoudens
-
- % woonduur 7-15 jaar tov huishoudens
-
- % woonduur >15 jaar tov huishoudens ↑
-
- kenmerken in thema aantal kamers:
Het kenmerk betreft het aantal kamers in een woning.
Opm.: de totalen in de attributentabel zijn soms meer dan de som van de groepen. Dit wordt veroorzaakt door het weglaten van de groep ´overig´ wanneer deze van zeer geringe betekenis is. Bij het aanmaken van de kaartlagen heeft de groep ´overig´ wel een rol gespeeld.
-
- % <=2 kamers tov woningen
-
- % >=4 kamers tov woningen ↑
-
- kenmerken in thema Amsterdamse Uitbureau:
Het aantal bestellers van kaarten via de bestelgids, www.uitburo.nl en callcenter Amsterdams Uitburo (AUB) voor voorstellingen en concerten in het betreffende jaar. Kopers van kaarten in de Ticketshop op het Leidseplein worden niet geregistreerd en kunnen daarom ook niet worden meegenomen.
-
- % AUB cultuurbezoekers tov de bevolking van 18 jaar en ouder ↑
-
- kenmerken in thema lid voetbalbond:
Het betreft het aantal lidmaatschappen van de Koninklijke Nederlandse Voetbal Bond (KNVB).
-
- % KNVB leden tov de bevolking van 6 jaar en ouder ↑
-
- kenmerken in thema veiligheid:
Het betreft het aantal aangiftemisdrijven, echter alleen de aangiften die op zespositie postcodeniveau gelocaliseerd konden worden. Er worden negen categorieën (groepen) onderscheiden, overeenkomend met de aandachtsgebieden van de politie.
-
- % inbraak woning tov woningen
(Inbraak woningen 1.1.1 en 1.1.2)
-
- % inbraak voertuig tov inwoners
(Inbraak motorvoertuigen 1.2.1)
-
- % diefstal voertuig tov inwoners
(Diefstal motorvoertuigen 1.2.2)
-
- % diefstal fiets tov inwoners
(Diefstal fietsen 1.2.3)
-
- % zakkenrollerij tov inwoners
(Zakkenrollerij 1.2.4)
-
- % geweld tov inwoners
(Geweld 1.4.3 en 1.4.4 en 1.4.5)
-
- % straatroof tov inwoners
(Straatroof 1.4.6)
-
- % overval tov aantal postcodes
(Overval 1.4.7)
-
- % aangiftes tov inwoners
(Totaal aangiftes 1.1.1 t/m 1.6.3 behalve 1.3 en 1.4.1 en 1.6.1) ↑